Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: doorweken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
doorweekt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik doorweek
jij doorweekt
hij doorweekt
wij doorweken
jullie doorweken
zij doorweken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb doorweekt
jij hebt doorweekt
hij heeft doorweekt
wij hebben doorweekt
jullie hebben doorweekt
zij hebben doorweekt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik doorweekte
jij doorweekte
hij doorweekte
wij doorweekten
jullie doorweekten
zij doorweekten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had doorweekt
jij had doorweekt
hij had doorweekt
wij hadden doorweekt
jullie hadden doorweekt
zij hadden doorweekt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal doorweken
jij zult doorweken
hij zal doorweken
wij zullen doorweken
jullie zullen doorweken
zij zullen doorweken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal doorweekt hebben
jij zult doorweekt hebben
hij zal doorweekt hebben
wij zullen doorweekt hebben
jullie zullen doorweekt hebben
zij zullen doorweekt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou doorweken
jij zou doorweken
hij zou doorweken
wij zouden doorweken
jullie zouden doorweken
zij zouden doorweken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou doorweekt hebben
jij zou doorweekt hebben
hij zou doorweekt hebben
wij zouden doorweekt hebben
jullie zouden doorweekt hebben
zij zouden doorweekt hebben

Gebiedende wijs
doorweek

Aanvoegende wijs
doorweke

Voorbeelden

  1. We laten hem kou leiden, we doorweken hem, breken zijn immuunsysteem af.
    We freeze him, we soak him, break down his immune system.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden