Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: doorverbinden

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
doorverbonden

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik verbind door
jij verbindt door
hij verbindt door
wij verbinden door
jullie verbinden door
zij verbinden door

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik doorverbind
dat jij doorverbindt
dat hij doorverbindt
dat wij doorverbinden
dat jullie doorverbinden
dat zij doorverbinden

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb doorverbonden
jij hebt doorverbonden
hij heeft doorverbonden
wij hebben doorverbonden
jullie hebben doorverbonden
zij hebben doorverbonden

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik verbond door
jij verbond door
hij verbond door
wij doorverbonden door
jullie doorverbonden door
zij doorverbonden door

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik doorverbond
dat jij doorverbond
dat hij doorverbond
dat wij doordoorverbonden
dat jullie doordoorverbonden
dat zij doordoorverbonden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had doorverbonden
jij had doorverbonden
hij had doorverbonden
wij hadden doorverbonden
jullie hadden doorverbonden
zij hadden doorverbonden

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal doorverbinden
jij zult doorverbinden
hij zal doorverbinden
wij zullen doorverbinden
jullie zullen doorverbinden
zij zullen doorverbinden

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal doorverbonden hebben
jij zult doorverbonden hebben
hij zal doorverbonden hebben
wij zullen doorverbonden hebben
jullie zullen doorverbonden hebben
zij zullen doorverbonden hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou doorverbinden
jij zou doorverbinden
hij zou doorverbinden
wij zouden doorverbinden
jullie zouden doorverbinden
zij zouden doorverbinden

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou doorverbonden hebben
jij zou doorverbonden hebben
hij zou doorverbonden hebben
wij zouden doorverbonden hebben
jullie zouden doorverbonden hebben
zij zouden doorverbonden hebben

Gebiedende wijs
verbind door

Aanvoegende wijs
doorverbinde

Voorbeelden

  1. Ik verbind door zodra ik je bericht heb.
    I arranged the call when I got your message.
  2. Interstellair doorverbinden.
    Interstellar call forwarding.
  3. Kan ik je doorverbinden?
    How may I direct your call?
  4. Ik zal u doorverbinden.
    I 'll transfer you.
  5. Zal ik u doorverbinden?
    Do you want us to get him?
  6. Doorverbinden naar persoonlijke voicemail.
    Connecting to personal voicemail...
  7. Zal ik hem doorverbinden?
    Would you like me to transfer him to you?
  8. Ik zal u doorverbinden.
    I 'll transfer you to booking.
  9. Kun je me doorverbinden?
    Can you transfer me?
  10. Kan ik u doorverbinden?
    How can I direct your call?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden