Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: doorstaan

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
doorstaan

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik doorsta
jij doorstaat
hij doorstaat
wij doorstaan
jullie doorstaan
zij doorstaan

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb doorstaan
jij hebt doorstaan
hij heeft doorstaan
wij hebben doorstaan
jullie hebben doorstaan
zij hebben doorstaan

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik doorstond
jij doorstond
hij doorstond
wij doorstonden
jullie doorstonden
zij doorstonden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had doorstaan
jij had doorstaan
hij had doorstaan
wij hadden doorstaan
jullie hadden doorstaan
zij hadden doorstaan

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal doorstaan
jij zult doorstaan
hij zal doorstaan
wij zullen doorstaan
jullie zullen doorstaan
zij zullen doorstaan

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal doorstaan hebben
jij zult doorstaan hebben
hij zal doorstaan hebben
wij zullen doorstaan hebben
jullie zullen doorstaan hebben
zij zullen doorstaan hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou doorstaan
jij zou doorstaan
hij zou doorstaan
wij zouden doorstaan
jullie zouden doorstaan
zij zouden doorstaan

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou doorstaan hebben
jij zou doorstaan hebben
hij zou doorstaan hebben
wij zouden doorstaan hebben
jullie zouden doorstaan hebben
zij zouden doorstaan hebben

Gebiedende wijs
doorsta

Aanvoegende wijs
doorsta

Voorbeelden

  1. Wat ik nog steeds doorsta.
    What I 'm still going through.
  2. Ik weet zelfs niet wat ik nu doorsta.
    I don 't even know what I 'm going through yet.
  3. Maar wat als ik de test niet doorsta?
    But what if I don 't pass this? They 'll bust me.
  4. de postoperatieve pijn alleen al- - Dat doorsta ik wel.
    The postoperative pain alone will- - I 'll get through it.
  5. Niemand anders dan David Clarke zou weten wat ik nu doorsta.
    No one knew better than David Clarke what I 'm going through right now.
  6. Of doorsta een aantal saaie ouwe mannen die grapjes maken over mijn kwabben.
    Or endure a bunch of lame old men Joking about my frontal lobes.
  7. Waarom doorsta je dan al deze pijn en al dit leed voor hem?
    So why are you enduring all this pain and all this suffering for him?
  8. Samen de campagne doorstaan.
    Endured the campaign trails together.
  9. Je hebt erger doorstaan.
    You have endured much worse.
  10. We hebben erger doorstaan.
    We 've weathered worse.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden