Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: doorsmeren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
doorgesmeerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik smeer door
jij smeert door
hij smeert door
wij smeren door
jullie smeren door
zij smeren door

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik doorsmeer
dat jij doorsmeert
dat hij doorsmeert
dat wij doorsmeren
dat jullie doorsmeren
dat zij doorsmeren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb doorgesmeerd
jij hebt doorgesmeerd
hij heeft doorgesmeerd
wij hebben doorgesmeerd
jullie hebben doorgesmeerd
zij hebben doorgesmeerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik smeerde door
jij smeerde door
hij smeerde door
wij smeerden door
jullie smeerden door
zij smeerden door

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik doorsmeerde
dat jij doorsmeerde
dat hij doorsmeerde
dat wij doorsmeerden
dat jullie doorsmeerden
dat zij doorsmeerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had doorgesmeerd
jij had doorgesmeerd
hij had doorgesmeerd
wij hadden doorgesmeerd
jullie hadden doorgesmeerd
zij hadden doorgesmeerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal doorsmeren
jij zult doorsmeren
hij zal doorsmeren
wij zullen doorsmeren
jullie zullen doorsmeren
zij zullen doorsmeren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal doorgesmeerd hebben
jij zult doorgesmeerd hebben
hij zal doorgesmeerd hebben
wij zullen doorgesmeerd hebben
jullie zullen doorgesmeerd hebben
zij zullen doorgesmeerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou doorsmeren
jij zou doorsmeren
hij zou doorsmeren
wij zouden doorsmeren
jullie zouden doorsmeren
zij zouden doorsmeren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou doorgesmeerd hebben
jij zou doorgesmeerd hebben
hij zou doorgesmeerd hebben
wij zouden doorgesmeerd hebben
jullie zouden doorgesmeerd hebben
zij zouden doorgesmeerd hebben

Gebiedende wijs
smeer door

Aanvoegende wijs
doorsmere

Voorbeelden

  1. Je moest me doorsmeren daar beneden, in godsnaam.
    You had to oil-can me down there, for crying out loud!
  2. Ik zou iets aan de garage kunnen doneren, voor het doorsmeren van de auto' s.
    I could give to the auto shop to, um... grease the wheels.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden