Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: doorlichten

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
doorgelicht

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik licht door
jij licht door
hij licht door
wij lichten door
jullie lichten door
zij lichten door

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik doorlicht
dat jij doorlicht
dat hij doorlicht
dat wij doorlichten
dat jullie doorlichten
dat zij doorlichten

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb doorgelicht
jij hebt doorgelicht
hij heeft doorgelicht
wij hebben doorgelicht
jullie hebben doorgelicht
zij hebben doorgelicht

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik lichtte door
jij lichtte door
hij lichtte door
wij lichtten door
jullie lichtten door
zij lichtten door

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik doorlichtte
dat jij doorlichtte
dat hij doorlichtte
dat wij doorlichtten
dat jullie doorlichtten
dat zij doorlichtten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had doorgelicht
jij had doorgelicht
hij had doorgelicht
wij hadden doorgelicht
jullie hadden doorgelicht
zij hadden doorgelicht

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal doorlichten
jij zult doorlichten
hij zal doorlichten
wij zullen doorlichten
jullie zullen doorlichten
zij zullen doorlichten

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal doorgelicht hebben
jij zult doorgelicht hebben
hij zal doorgelicht hebben
wij zullen doorgelicht hebben
jullie zullen doorgelicht hebben
zij zullen doorgelicht hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou doorlichten
jij zou doorlichten
hij zou doorlichten
wij zouden doorlichten
jullie zouden doorlichten
zij zouden doorlichten

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou doorgelicht hebben
jij zou doorgelicht hebben
hij zou doorgelicht hebben
wij zouden doorgelicht hebben
jullie zouden doorgelicht hebben
zij zouden doorgelicht hebben

Gebiedende wijs
licht door

Aanvoegende wijs
doorlichte

Voorbeelden

  1. Iemand schijnt een licht door mijn venster.
    Someone 's shining a light through the window.
  2. Hier laat Christus het' hemelse licht' door zijn gestalte schijnen.
    It 's when the humanity of Christ is illuminated by the divine light of eternity.
  3. Als licht door lucht of ruimte gaat, hebben de kleuren dezelfde snelheid.
    When light travels through air or space, all its colors move at the same speed.
  4. We gaan hem doorlichten.
    We 'll check him out.
  5. Laat hem meteen doorlichten.
    l insist that he be screened immediately.
  6. Ik moest je niet doorlichten.
    I wasn 't sent here to vet you.
  7. Ik wil uw financiën doorlichten.
    I applied for a warrant to check your assets.
  8. Noemen ze dat niet' doorlichten'?
    I-I think they call that vetting?
  9. We moeten een paar knaagdieren doorlichten.
    We need to X-ray us some rodents.
  10. Ik laat m' n lijf doorlichten.
    I 'm gonna get an x-ray of my whole body.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden