Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: doorgronden

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
doorgrond

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik doorgrond
jij doorgrondt
hij doorgrondt
wij doorgronden
jullie doorgronden
zij doorgronden

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb doorgrond
jij hebt doorgrond
hij heeft doorgrond
wij hebben doorgrond
jullie hebben doorgrond
zij hebben doorgrond

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik doorgrondde
jij doorgrondde
hij doorgrondde
wij doorgrondden
jullie doorgrondden
zij doorgrondden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had doorgrond
jij had doorgrond
hij had doorgrond
wij hadden doorgrond
jullie hadden doorgrond
zij hadden doorgrond

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal doorgronden
jij zult doorgronden
hij zal doorgronden
wij zullen doorgronden
jullie zullen doorgronden
zij zullen doorgronden

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal doorgrond hebben
jij zult doorgrond hebben
hij zal doorgrond hebben
wij zullen doorgrond hebben
jullie zullen doorgrond hebben
zij zullen doorgrond hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou doorgronden
jij zou doorgronden
hij zou doorgronden
wij zouden doorgronden
jullie zouden doorgronden
zij zouden doorgronden

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou doorgrond hebben
jij zou doorgrond hebben
hij zou doorgrond hebben
wij zouden doorgrond hebben
jullie zouden doorgrond hebben
zij zouden doorgrond hebben

Gebiedende wijs
doorgrond

Aanvoegende wijs
doorgronde

Voorbeelden

  1. Ik doorgrond zijn spel:
    I can tell Marmande 's game:
  2. Ik heb dat nooit doorgrond.
    I never did fathom that.
  3. Ik denk dat ik mensen goed doorgrond.
    I just think I read people really well.
  4. De wonderlijke wegen en vormen van de natuur, zeiden ze konden worden doorgrond.
    The wondrous waves and foams of nature, they said could be understood.
  5. Ik zal het doorgronden.
    I 'll weather this.
  6. Hoe kunnen we het doorgronden?
    How can we understand it?
  7. Je bent moeilijk te doorgronden.
    You are a hard one to figure.
  8. Jouw ding is mensen doorgronden.
    Your thing 's reading people.
  9. Het is onmogelijk te doorgronden...
    It 's impossible to even fathom...
  10. Je bent makkelijk te doorgronden.
    You 're not exactly a tough read.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden