Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: doordrammen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
doorgedramd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik dram door
jij dramt door
hij dramt door
wij drammen door
jullie drammen door
zij drammen door

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik doordram
dat jij doordramt
dat hij doordramt
dat wij doordrammen
dat jullie doordrammen
dat zij doordrammen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb doorgedramd
jij hebt doorgedramd
hij heeft doorgedramd
wij hebben doorgedramd
jullie hebben doorgedramd
zij hebben doorgedramd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik dramde door
jij dramde door
hij dramde door
wij dramden door
jullie dramden door
zij dramden door

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik doordramde
dat jij doordramde
dat hij doordramde
dat wij doordramden
dat jullie doordramden
dat zij doordramden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had doorgedramd
jij had doorgedramd
hij had doorgedramd
wij hadden doorgedramd
jullie hadden doorgedramd
zij hadden doorgedramd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal doordrammen
jij zult doordrammen
hij zal doordrammen
wij zullen doordrammen
jullie zullen doordrammen
zij zullen doordrammen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal doorgedramd hebben
jij zult doorgedramd hebben
hij zal doorgedramd hebben
wij zullen doorgedramd hebben
jullie zullen doorgedramd hebben
zij zullen doorgedramd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou doordrammen
jij zou doordrammen
hij zou doordrammen
wij zouden doordrammen
jullie zouden doordrammen
zij zouden doordrammen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou doorgedramd hebben
jij zou doorgedramd hebben
hij zou doorgedramd hebben
wij zouden doorgedramd hebben
jullie zouden doorgedramd hebben
zij zouden doorgedramd hebben

Gebiedende wijs
dram door

Aanvoegende wijs
doordramme

Voorbeelden

  1. Doordrammen over haar verloofde!
    Banging on about her precious fiance!
  2. Ik wil niet doordrammen.
    I don 't wanna be a stickler.
  3. Ik wil niet doordrammen.
    I don 't want to belabor the point.
  4. Ga je er blijven over doordrammen?
    Are you still going on about this?
  5. Ik had zo niet mogen doordrammen.
    I shouldn 't have gone on like that.
  6. Nou ja, hij bleef maar doordrammen over die reus.
    Well, he 's been nattering on and on about the giant.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden