Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: doorbijten

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
doorgebeten

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik bijt door
jij bijt door
hij bijt door
wij bijten door
jullie bijten door
zij bijten door

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik doorbijt
dat jij doorbijt
dat hij doorbijt
dat wij doorbijten
dat jullie doorbijten
dat zij doorbijten

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb doorgebeten
jij hebt doorgebeten
hij heeft doorgebeten
wij hebben doorgebeten
jullie hebben doorgebeten
zij hebben doorgebeten

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik beet door
jij beet door
hij beet door
wij beten door
jullie beten door
zij beten door

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik doorbeet
dat jij doorbeet
dat hij doorbeet
dat wij doorbeten
dat jullie doorbeten
dat zij doorbeten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had doorgebeten
jij had doorgebeten
hij had doorgebeten
wij hadden doorgebeten
jullie hadden doorgebeten
zij hadden doorgebeten

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal doorbijten
jij zult doorbijten
hij zal doorbijten
wij zullen doorbijten
jullie zullen doorbijten
zij zullen doorbijten

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal doorgebeten hebben
jij zult doorgebeten hebben
hij zal doorgebeten hebben
wij zullen doorgebeten hebben
jullie zullen doorgebeten hebben
zij zullen doorgebeten hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou doorbijten
jij zou doorbijten
hij zou doorbijten
wij zouden doorbijten
jullie zouden doorbijten
zij zouden doorbijten

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou doorgebeten hebben
jij zou doorgebeten hebben
hij zou doorgebeten hebben
wij zouden doorgebeten hebben
jullie zouden doorgebeten hebben
zij zouden doorgebeten hebben

Gebiedende wijs
bijt door

Aanvoegende wijs
doorbijte

Voorbeelden

  1. We moeten doorbijten.
    We must accept difficult jobs.
  2. Even doorbijten, hè?
    Bite the bullet, huh?
  3. Je moet even doorbijten.
    You gotta rip that' bone.
  4. Die doorbijten ongeacht de omstandigheden
    Hanging tough through thick and thin
  5. Deze kan je niet doorbijten, toch?
    Probably couldn 't chew through this, right?
  6. Kwestie van een paar weken doorbijten.
    It 's hard for a couple of weeks...
  7. Als ze kippenpootjes kunnen eten, kunnen ze ook een druif doorbijten.
    I figure if you can eat a chicken finger, you can tear your way through a grape.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden