Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: doodschamen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
doodgeschaamd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik schaam dood
jij schaamt dood
hij schaamt dood
wij schamen dood
jullie schamen dood
zij schamen dood

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik doodschaam
dat jij doodschaamt
dat hij doodschaamt
dat wij doodschamen
dat jullie doodschamen
dat zij doodschamen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb doodgeschaamd
jij hebt doodgeschaamd
hij heeft doodgeschaamd
wij hebben doodgeschaamd
jullie hebben doodgeschaamd
zij hebben doodgeschaamd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik schaamde dood
jij schaamde dood
hij schaamde dood
wij schaamden dood
jullie schaamden dood
zij schaamden dood

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik doodschaamde
dat jij doodschaamde
dat hij doodschaamde
dat wij doodschaamden
dat jullie doodschaamden
dat zij doodschaamden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had doodgeschaamd
jij had doodgeschaamd
hij had doodgeschaamd
wij hadden doodgeschaamd
jullie hadden doodgeschaamd
zij hadden doodgeschaamd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal doodschamen
jij zult doodschamen
hij zal doodschamen
wij zullen doodschamen
jullie zullen doodschamen
zij zullen doodschamen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal doodgeschaamd hebben
jij zult doodgeschaamd hebben
hij zal doodgeschaamd hebben
wij zullen doodgeschaamd hebben
jullie zullen doodgeschaamd hebben
zij zullen doodgeschaamd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou doodschamen
jij zou doodschamen
hij zou doodschamen
wij zouden doodschamen
jullie zouden doodschamen
zij zouden doodschamen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou doodgeschaamd hebben
jij zou doodgeschaamd hebben
hij zou doodgeschaamd hebben
wij zouden doodgeschaamd hebben
jullie zouden doodgeschaamd hebben
zij zouden doodgeschaamd hebben

Gebiedende wijs
schaam dood

Aanvoegende wijs
doodschame

Voorbeelden

  1. Ik zal me doodschamen.
    I 'll never be able to show my face.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden