Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: doodgaan

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
doodgegaan

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik ga dood
jij gaat dood
hij gaat dood
wij gaan dood
jullie gaan dood
zij gaan dood

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik doodga
dat jij doodgaat
dat hij doodgaat
dat wij doodgaan
dat jullie doodgaan
dat zij doodgaan

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik ben doodgegaan
jij bent doodgegaan
hij is doodgegaan
wij zijn doodgegaan
jullie zijn doodgegaan
zij zijn doodgegaan

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik ging dood
jij ging dood
hij ging dood
wij gingen dood
jullie gingen dood
zij gingen dood

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik doodging
dat jij doodging
dat hij doodging
dat wij doodgingen
dat jullie doodgingen
dat zij doodgingen

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik was doodgegaan
jij was doodgegaan
hij was doodgegaan
wij waren doodgegaan
jullie waren doodgegaan
zij waren doodgegaan

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal doodgaan
jij zult doodgaan
hij zal doodgaan
wij zullen doodgaan
jullie zullen doodgaan
zij zullen doodgaan

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal doodgegaan zijn
jij zult doodgegaan zijn
hij zal doodgegaan zijn
wij zullen doodgegaan zijn
jullie zullen doodgegaan zijn
zij zullen doodgegaan zijn

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou doodgaan
jij zou doodgaan
hij zou doodgaan
wij zouden doodgaan
jullie zouden doodgaan
zij zouden doodgaan

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou doodgegaan zijn
jij zou doodgegaan zijn
hij zou doodgegaan zijn
wij zouden doodgegaan zijn
jullie zouden doodgegaan zijn
zij zouden doodgegaan zijn

Gebiedende wijs
ga dood

Aanvoegende wijs
doodga

Voorbeelden

  1. lk ga dood. lk ga dood.
    l'm going to die! l'm going to die!
  2. Dood, ik ga dood, ik ga dood!
    Die, I 'm gonna die, I 'm gonna die!
  3. Alstublieft, ik ga dood.
    Please, I 'm dying.
  4. Ik ga dood, Vincent.
    I 'm dying, Vincent.
  5. Ik ga dood, Horrocks.
    I 'm dying, Horrocks.
  6. Ik ga dood, Marlene.
    I 'm dying, Marlene.
  7. Ik ga dood, Jimmy.
    I am to die, Jimmy.
  8. Luister, ik ga dood.
    Look, I 'm dying.
  9. Ik ga dood, John.
    I 'm dying, John.
  10. Ik ga dood, Willy.
    I 'm dying, Willy.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden