Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: dommelen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gedommeld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik dommel
jij dommelt
hij dommelt
wij dommelen
jullie dommelen
zij dommelen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gedommeld
jij hebt gedommeld
hij heeft gedommeld
wij hebben gedommeld
jullie hebben gedommeld
zij hebben gedommeld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik dommelde
jij dommelde
hij dommelde
wij dommelden
jullie dommelden
zij dommelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gedommeld
jij had gedommeld
hij had gedommeld
wij hadden gedommeld
jullie hadden gedommeld
zij hadden gedommeld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal dommelen
jij zult dommelen
hij zal dommelen
wij zullen dommelen
jullie zullen dommelen
zij zullen dommelen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gedommeld hebben
jij zult gedommeld hebben
hij zal gedommeld hebben
wij zullen gedommeld hebben
jullie zullen gedommeld hebben
zij zullen gedommeld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou dommelen
jij zou dommelen
hij zou dommelen
wij zouden dommelen
jullie zouden dommelen
zij zouden dommelen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gedommeld hebben
jij zou gedommeld hebben
hij zou gedommeld hebben
wij zouden gedommeld hebben
jullie zouden gedommeld hebben
zij zouden gedommeld hebben

Gebiedende wijs
dommel

Aanvoegende wijs
dommele

Voorbeelden

  1. Niezel, Bloosje, Dommel,
    Sneezy, Bashful, Sleepy,
  2. Dommel in en je verliest, DiNozzo.
    Snooze you lose, DiNozzo.
  3. Hier rust hij, dommelen, dutten.
    Here he is resting, dozing, snoozing.
  4. Oké, goed, was je aan het dommelen?
    Okay, good. Were you dozing?
  5. Ik zat te dommelen en plotseling ging ie zomaar af.
    I was dozing when it started screaming away for no reason.
  6. Ik sliep toch nog niet. Ik was aan het dommelen.
    I can not say I was actually sleeping, dozing perhaps.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden