Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: doezelen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gedoezeld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik doezel
jij doezelt
hij doezelt
wij doezelen
jullie doezelen
zij doezelen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gedoezeld
jij hebt gedoezeld
hij heeft gedoezeld
wij hebben gedoezeld
jullie hebben gedoezeld
zij hebben gedoezeld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik doezelde
jij doezelde
hij doezelde
wij doezelden
jullie doezelden
zij doezelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gedoezeld
jij had gedoezeld
hij had gedoezeld
wij hadden gedoezeld
jullie hadden gedoezeld
zij hadden gedoezeld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal doezelen
jij zult doezelen
hij zal doezelen
wij zullen doezelen
jullie zullen doezelen
zij zullen doezelen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gedoezeld hebben
jij zult gedoezeld hebben
hij zal gedoezeld hebben
wij zullen gedoezeld hebben
jullie zullen gedoezeld hebben
zij zullen gedoezeld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou doezelen
jij zou doezelen
hij zou doezelen
wij zouden doezelen
jullie zouden doezelen
zij zouden doezelen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gedoezeld hebben
jij zou gedoezeld hebben
hij zou gedoezeld hebben
wij zouden gedoezeld hebben
jullie zouden gedoezeld hebben
zij zouden gedoezeld hebben

Gebiedende wijs
doezel

Aanvoegende wijs
doezele

Voorbeelden

  1. Sluit je ogen, en doezel maar weg.
    Close your eyes, and feather it away.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden