Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: doceren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gedoceerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik doceer
jij doceert
hij doceert
wij doceren
jullie doceren
zij doceren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gedoceerd
jij hebt gedoceerd
hij heeft gedoceerd
wij hebben gedoceerd
jullie hebben gedoceerd
zij hebben gedoceerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik doceerde
jij doceerde
hij doceerde
wij doceerden
jullie doceerden
zij doceerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gedoceerd
jij had gedoceerd
hij had gedoceerd
wij hadden gedoceerd
jullie hadden gedoceerd
zij hadden gedoceerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal doceren
jij zult doceren
hij zal doceren
wij zullen doceren
jullie zullen doceren
zij zullen doceren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gedoceerd hebben
jij zult gedoceerd hebben
hij zal gedoceerd hebben
wij zullen gedoceerd hebben
jullie zullen gedoceerd hebben
zij zullen gedoceerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou doceren
jij zou doceren
hij zou doceren
wij zouden doceren
jullie zouden doceren
zij zouden doceren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gedoceerd hebben
jij zou gedoceerd hebben
hij zou gedoceerd hebben
wij zouden gedoceerd hebben
jullie zouden gedoceerd hebben
zij zouden gedoceerd hebben

Gebiedende wijs
doceer

Aanvoegende wijs
docere

Voorbeelden

  1. Ik doceer Afrikaanse studies.
    I teach African Studies there.
  2. Ik doceer exacte vakken.
    I teach 10-grade science here.
  3. Trompet, maar ik doceer voornamelijk.
    Trumpet, but I mostly teach.
  4. Ik doceer in veel plaatsen.
    I lecture in many places.
  5. Ik doceer compositie op Queens College.
    I teach composition at queens college.
  6. Nee, ik doceer oceanografie aan de universiteit van Rhode Island.
    No. I teach Oceanography at the University of Rhode Island.
  7. Ik was zo' n beetje de expert. Ik doceer het nog.
    I was the expert on that, I 'm still doing the education.
  8. Papa gaat doceren aan de Academie na de oorlog.
    Daddy 's going to teach at the Academy after the war.
  9. Hoe kun jij literatuur doceren en Romer niet begrijpen?
    How can you teach literature and not understand Rohmer?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden