Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: diskwalificeren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gediskwalificeerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik diskwalificeer
jij diskwalificeert
hij diskwalificeert
wij diskwalificeren
jullie diskwalificeren
zij diskwalificeren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gediskwalificeerd
jij hebt gediskwalificeerd
hij heeft gediskwalificeerd
wij hebben gediskwalificeerd
jullie hebben gediskwalificeerd
zij hebben gediskwalificeerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik diskwalificeerde
jij diskwalificeerde
hij diskwalificeerde
wij diskwalificeerden
jullie diskwalificeerden
zij diskwalificeerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gediskwalificeerd
jij had gediskwalificeerd
hij had gediskwalificeerd
wij hadden gediskwalificeerd
jullie hadden gediskwalificeerd
zij hadden gediskwalificeerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal diskwalificeren
jij zult diskwalificeren
hij zal diskwalificeren
wij zullen diskwalificeren
jullie zullen diskwalificeren
zij zullen diskwalificeren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gediskwalificeerd hebben
jij zult gediskwalificeerd hebben
hij zal gediskwalificeerd hebben
wij zullen gediskwalificeerd hebben
jullie zullen gediskwalificeerd hebben
zij zullen gediskwalificeerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou diskwalificeren
jij zou diskwalificeren
hij zou diskwalificeren
wij zouden diskwalificeren
jullie zouden diskwalificeren
zij zouden diskwalificeren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gediskwalificeerd hebben
jij zou gediskwalificeerd hebben
hij zou gediskwalificeerd hebben
wij zouden gediskwalificeerd hebben
jullie zouden gediskwalificeerd hebben
zij zouden gediskwalificeerd hebben

Gebiedende wijs
diskwalificeer

Aanvoegende wijs
diskwalificere

Voorbeelden

  1. Diskwalificeer uzelf...
    Disqualify yourself...
  2. Onszelf diskwalificeren?
    Disqualify ourselves?
  3. Ze kunnen iedereen diskwalificeren!
    They can disqualify everyone!
  4. Charles, gaat de verkeerde kant op en laat zich diskwalificeren.
    Charles, going in the wrong direction and getting himself disqualified.
  5. Excuseer mij, maar er niet bij passen zou me diskwalificeren.
    Excuse me, but not fitting in would disqualify me.
  6. Dus u moest een manier vinden om haar te diskwalificeren.
    So you had to find a way to disqualify her.
  7. Denk jij dat ze zijn paard verdoofde om hem te laten diskwalificeren?
    You think that she buted his horse to get him disqualified?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden