Voorbeelden

1. Discontent is growing.
   Ontevredenheid is groeiende.
2. They 're able to organize that discontent.
   Ze weten al die ontevredenheid te organiseren.
3. You 've made your discontent abundantly clear.
   Je hebt je ongenoegen anders heel duidelijk gemaakt.
4. Dark circles under the eyes. Ambulatory discontent.
   Donkere kringen onder de ogen, ambulante ontevredenheid.
5. The Winter of Discontent, they 're calling it.
   De winter van ongenoegen, zo noemen ze het.
6. Only if you want them to stay discontent.
   Alleen als er bezwaren moeten blijven.
7. I have heard there was some discontent, but mutinous?
   Ik wist dat ze ontevreden waren, maar oproerig?
8. So who benefits from sowing discontent between 2 superpowers?
   Dus wie profiteert van onvrede zaaien tussen twee grootmachten?
9. They are unmoved by criticism, untroubled by popular discontent.
   Ze zijn onbewogen door de kritiek, onbekommerd door de ontevredenheid onder de bevolking.
10. There 's a lot of discontent out there, Ray.
    Er is hier veel ontevredenheid, Ray.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden

Duitse werkwoorden

Engelse werkwoorden

Franse werkwoorden

Spaanse werkwoorden