Voorbeelden

1. So we just discard him?
   Dus we laten we hem los =
2. Discard the hole closed, Paal.
   Gooi het gat dicht, Paal.
3. Discard this unnecessary physical shape.
   gooi deze onnodige fysische vorm van je af.
4. Discard the rules of the Church?
   De regels van de kerk overboord werpen?
5. And let Larson discard his megaphone.
   En laat Larson z' n megafoon wegleggen.
6. But you will discard that plaything.
   Maar u moet van dat speeltje afstand doen.
7. And you discard a simple touch?
   En je bant een simpele aanraking?
8. Perhaps we need not discard them.
   Misschien moeten wij ze niet overboord werpen?
9. Someone we can discard if necessary.
   Iemand van wie we ons zo nodig kunnen ontdoen.
10. It 's shame to discard this
    Het is zonde om dit weg te gooien

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden

Duitse werkwoorden

Engelse werkwoorden

Franse werkwoorden

Spaanse werkwoorden