NL: directmarketen U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
gedirectmarket
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik directmarket jij directmarket hij directmarket wij directmarketen jullie directmarketen zij directmarketen
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gedirectmarket jij hebt gedirectmarket hij heeft gedirectmarket wij hebben gedirectmarket jullie hebben gedirectmarket zij hebben gedirectmarket
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik directmarkette jij directmarkette hij directmarkette wij directmarketten jullie directmarketten zij directmarketten
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gedirectmarket jij had gedirectmarket hij had gedirectmarket wij hadden gedirectmarket jullie hadden gedirectmarket zij hadden gedirectmarket
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal directmarketen jij zult directmarketen hij zal directmarketen wij zullen directmarketen jullie zullen directmarketen zij zullen directmarketen
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gedirectmarket hebben jij zult gedirectmarket hebben hij zal gedirectmarket hebben wij zullen gedirectmarket hebben jullie zullen gedirectmarket hebben zij zullen gedirectmarket hebben
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou directmarketen jij zou directmarketen hij zou directmarketen wij zouden directmarketen jullie zouden directmarketen zij zouden directmarketen
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gedirectmarket hebben jij zou gedirectmarket hebben hij zou gedirectmarket hebben wij zouden gedirectmarket hebben jullie zouden gedirectmarket hebben zij zouden gedirectmarket hebben
|
| Gebiedende wijs |
directmarket
|
| Aanvoegende wijs |
| directmarkete |