Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: diagnosticeren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gediagnosticeerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik diagnosticeer
jij diagnosticeert
hij diagnosticeert
wij diagnosticeren
jullie diagnosticeren
zij diagnosticeren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gediagnosticeerd
jij hebt gediagnosticeerd
hij heeft gediagnosticeerd
wij hebben gediagnosticeerd
jullie hebben gediagnosticeerd
zij hebben gediagnosticeerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik diagnosticeerde
jij diagnosticeerde
hij diagnosticeerde
wij diagnosticeerden
jullie diagnosticeerden
zij diagnosticeerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gediagnosticeerd
jij had gediagnosticeerd
hij had gediagnosticeerd
wij hadden gediagnosticeerd
jullie hadden gediagnosticeerd
zij hadden gediagnosticeerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal diagnosticeren
jij zult diagnosticeren
hij zal diagnosticeren
wij zullen diagnosticeren
jullie zullen diagnosticeren
zij zullen diagnosticeren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gediagnosticeerd hebben
jij zult gediagnosticeerd hebben
hij zal gediagnosticeerd hebben
wij zullen gediagnosticeerd hebben
jullie zullen gediagnosticeerd hebben
zij zullen gediagnosticeerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou diagnosticeren
jij zou diagnosticeren
hij zou diagnosticeren
wij zouden diagnosticeren
jullie zouden diagnosticeren
zij zouden diagnosticeren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gediagnosticeerd hebben
jij zou gediagnosticeerd hebben
hij zou gediagnosticeerd hebben
wij zouden gediagnosticeerd hebben
jullie zouden gediagnosticeerd hebben
zij zouden gediagnosticeerd hebben

Gebiedende wijs
diagnosticeer

Aanvoegende wijs
diagnosticere

Voorbeelden

  1. Ik ben de diagnost. Ik diagnosticeer...
    Look, I 'm the diagnostician.
  2. diagnosticeren/vaststellen/constateren
    detoxication
  3. Kunt u de klacht diagnosticeren?
    Can you diagnose the complaint?
  4. Dokters konden moeilijk de ziekte diagnosticeren.
    So doctors were limited in correctly diagnosing the illness.
  5. Dus het niet diagnosticeren is nauwelijks een misdaad?
    So your failure to diagnose is hardly a crime?
  6. Het kostte de artsen eeuwig om Locked-In syndroom te diagnosticeren.
    The doctors took ages to diagnose Lockedln Syndrome.
  7. Er is geen noodzaak om je zelf te diagnosticeren, ik onderzoek je wel.
    There 's no need to self diagnose, I 'll do a full work up.
  8. Ze is een tweedejaars die denkt dat ze m' n patiënten kan diagnosticeren.
    She 's a second-year med student who thinks she can diagnose my patients.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden