Voorbeelden

1. Devise another strategy.
   Met een andere strategie.
2. Then quickly devise a plan.
   Bedenk dan snel een plan.
3. Have you a draft of this devise?
   Heeft u een concept van deze beschikking?
4. We must first devise and demonstrate her
   We moeten de bom eerst demonstreren
5. You must devise a better delivery method.
   Jullie moeten een andere methode vinden.
6. We will devise a way to talk.
   We regelen een manier om te praten.
7. Maybe I could devise a magic potion.
   Misschien kan ik een magisch drankje bereiden.
8. We must devise a plan of attack.
   We moeten een aanvalsplan bedenken.
9. This is the cleverest strategy you could devise?
   Is dit de slimste strategie die je bedenken kon?
10. These patterns must have taken weeks to devise.
    Deze patronen moeten weken hebben gekost om te maken.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden

Duitse werkwoorden

Engelse werkwoorden

Franse werkwoorden

Spaanse werkwoorden