Voorbeelden

1. You 're a detriment here.
   Jij bent het nadeel hier.
2. To the detriment of my pay grade.
   Ten koste van m' n loon.
3. Laughter is a detriment to our work discipline.
   Lachen is slecht voor het werktempo.
4. But not to the detriment of the boy.
   Maar niet ten nadele van die jongen.
5. You followed me, to the detriment of all other viable suspects.
   Jullie zijn mij gevolgd, ten nadele van eventuele andere verdachten.
6. They will blindly follow that leader anywhere, sometimes to their own detriment.
   Ze volgen die leider blindelings overal heen, soms speelt dat in hun eigen nadeel.
7. He would go to such lengths, even to the detriment of his own health?
   Zou hij echt, zijn eigen gezondheid in gevaar brengen?
8. Okay, but, Joan, you act as if a baby will be a detriment to your career.
   Ok, maar, Joan, Je doet of een baby je carriere zou schaden.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden

Duitse werkwoorden

Engelse werkwoorden

Franse werkwoorden

Spaanse werkwoorden