Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: detineren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gedetineerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik detineer
jij detineert
hij detineert
wij detineren
jullie detineren
zij detineren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gedetineerd
jij hebt gedetineerd
hij heeft gedetineerd
wij hebben gedetineerd
jullie hebben gedetineerd
zij hebben gedetineerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik detineerde
jij detineerde
hij detineerde
wij detineerden
jullie detineerden
zij detineerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gedetineerd
jij had gedetineerd
hij had gedetineerd
wij hadden gedetineerd
jullie hadden gedetineerd
zij hadden gedetineerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal detineren
jij zult detineren
hij zal detineren
wij zullen detineren
jullie zullen detineren
zij zullen detineren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gedetineerd hebben
jij zult gedetineerd hebben
hij zal gedetineerd hebben
wij zullen gedetineerd hebben
jullie zullen gedetineerd hebben
zij zullen gedetineerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou detineren
jij zou detineren
hij zou detineren
wij zouden detineren
jullie zouden detineren
zij zouden detineren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gedetineerd hebben
jij zou gedetineerd hebben
hij zou gedetineerd hebben
wij zouden gedetineerd hebben
jullie zouden gedetineerd hebben
zij zouden gedetineerd hebben

Gebiedende wijs
detineer

Aanvoegende wijs
detinere

Voorbeelden

  1. Nu zal ik jou moeten detineren.
    Now I 'm gonna have to detain you.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden