NL: destabiliseren U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
gedestabiliseerd
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik destabiliseer jij destabiliseert hij destabiliseert wij destabiliseren jullie destabiliseren zij destabiliseren
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gedestabiliseerd jij hebt gedestabiliseerd hij heeft gedestabiliseerd wij hebben gedestabiliseerd jullie hebben gedestabiliseerd zij hebben gedestabiliseerd
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik destabiliseerde jij destabiliseerde hij destabiliseerde wij destabiliseerden jullie destabiliseerden zij destabiliseerden
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gedestabiliseerd jij had gedestabiliseerd hij had gedestabiliseerd wij hadden gedestabiliseerd jullie hadden gedestabiliseerd zij hadden gedestabiliseerd
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal destabiliseren jij zult destabiliseren hij zal destabiliseren wij zullen destabiliseren jullie zullen destabiliseren zij zullen destabiliseren
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gedestabiliseerd hebben jij zult gedestabiliseerd hebben hij zal gedestabiliseerd hebben wij zullen gedestabiliseerd hebben jullie zullen gedestabiliseerd hebben zij zullen gedestabiliseerd hebben
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou destabiliseren jij zou destabiliseren hij zou destabiliseren wij zouden destabiliseren jullie zouden destabiliseren zij zouden destabiliseren
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gedestabiliseerd hebben jij zou gedestabiliseerd hebben hij zou gedestabiliseerd hebben wij zouden gedestabiliseerd hebben jullie zouden gedestabiliseerd hebben zij zouden gedestabiliseerd hebben
|
| Gebiedende wijs |
destabiliseer
|
| Aanvoegende wijs |
| destabilisere |