Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to depose    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
deposing

Present simple (ott)
I depose
you depose
he deposes
we depose
you depose
they depose

Present perfect (vtt)
I have deposed
you have deposed
he has deposed
we have deposed
you have deposed
they have deposed

Past Simple (ovt)
I deposed
you deposed
he deposed
we deposed
you deposed
they deposed

Past perfect (vvt)
I had deposed
you had deposed
he had deposed
we had deposed
you had deposed
they had deposed

Present future (ottt)
I will depose
you will depose
he will depose
we will depose
you will depose
they will depose

Present future perfect (vttt)
I will have deposed
you will have deposed
he will have deposed
we will have deposed
you will have deposed
they will have deposed

Past future (ovtt)
I would depose
you would depose
he would depose
we would depose
you would depose
they would depose

Past future perfect (vvtt)
I would have deposed
you would have deposed
he would have deposed
we would have deposed
you would have deposed
they would have deposed


Voorbeelden

  1. We 'll depose Katie.
    We laten Katie getuigen.
  2. Did... did you depose Childs?
    Hebben... hebben jullie Childs afgezet?
  3. I 'll depose your clients this week.
    Ik zal je cliënten deze week verhoren.
  4. Conspiracy with my quartermaster to depose me.
    Samenspanning met mijn kwartiermeester om mij af te zetten.
  5. And I have a plan to depose Crickett.
    En ik heb een plan om Crickett af te zetten.
  6. I 'm supposed to depose him in ten minutes.
    Ik moet binnen tien minuten een verklaring bij hem afnemen.
  7. because Travis Tanner is gonna depose them under oath.
    omdat Travis Tanner ze onder ede gaat verhoren.
  8. Only the College of Cardinals can depose a pope.
    Alleen het College van Kardinalen... kan een Paus afzetten.
  9. You think I wanted to depose you like that?
    Denk je dat ik je dat aan wilde doen?
  10. Frankly, I don 't care if you depose Ranna.
    Eerlijk, ik geef er niet om als je Ranna afzet.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden