1. MWB
  2. Werkwoord vervoegen
  3. defy

Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to defy    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
defying

Present simple (ott)
I defy
you defy
he defies
we defy
you defy
they defy

Present perfect (vtt)
I have defied
you have defied
he has defied
we have defied
you have defied
they have defied

Past Simple (ovt)
I defied
you defied
he defied
we defied
you defied
they defied

Past perfect (vvt)
I had defied
you had defied
he had defied
we had defied
you had defied
they had defied

Present future (ottt)
I will defy
you will defy
he will defy
we will defy
you will defy
they will defy

Present future perfect (vttt)
I will have defied
you will have defied
he will have defied
we will have defied
you will have defied
they will have defied

Past future (ovtt)
I would defy
you would defy
he would defy
we would defy
you would defy
they would defy

Past future perfect (vvtt)
I would have defied
you would have defied
he would have defied
we would have defied
you would have defied
they would have defied


Voorbeelden

  1. You defy her, you defy the whole amazon nation.
    Als je tegen haar ingaat, ga je tegen de hele Amazone-natie in.
  2. You dare defy me?
    Durf je me te tarten?
  3. We cannot defy her.
    We mogen haar niet tarten.
  4. Why defy your father?
    Waarom tart je je vader?
  5. Let defy death together!
    laten we samen de dood trotseren!
  6. Defy the final Seinfeld.
    Beter dan de laatste Seinfeld.
  7. Why do you defy me?
    Waarom spreek je mij tegen?
  8. I defy this false prophecy.
    Dit is een valse voorspelling.
  9. Too dumb to defy me.
    Te stom om mij uit te dagen.
  10. You dare to defy Caesar!
    Jij durft Caesar uit te dagen!

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden



Vaakst vervoegd

Hier zie je een overzicht van de 30 vaakst vervoegde werkwoorden voor de vijf talen die we op mijnwoordenboek gebruiken.

Nederlandse werkwoorden

willen verdienen worden zijn vinden bedoelen kunnen houden hebben meten vermelden vertellen varen gelden beantwoorden zeggen bestellen begeleiden updaten reizen bereiden leiden plannen gaan verwijderen stelen bidden besteden denken bellen

Franse werkwoorden

être avoir aller faire pouvoir vouloir venir devoir voir prendre savoir partir connaître recevoir dire mettre finir lire boire choisir envoyer sortir falloir dormir écrire appeler croire manger devenir vivre

Duitse werkwoorden

sein werden haben können mögen gehen wollen müssen essen finden sehen stressen lesen dürfen fahren misten sollen kommen nehmen tun machen geben sprechen lassen helfen laufen arbeiten wohnen schlafen halten

Spaanse werkwoorden

ser sentir tener hacer ver teñir ir estar servir haber poder mentir querer dar fuir saber decir hablar salir empezar volver comer seguir vivir gustar pedir encontrar grillarse latir pensar llamar conocer preferir jugar llegar

Engelse werkwoorden

send read be have spend choose go lead mean hear teach lie think see quit can do build meet take say get run fall fair buy put eat lay make learn wear begin barbecue will give find want know drink work write try