NL: deepthroaten U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
gedeepthroat
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik deepthroat jij deepthroat hij deepthroat wij deepthroaten jullie deepthroaten zij deepthroaten
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gedeepthroat jij hebt gedeepthroat hij heeft gedeepthroat wij hebben gedeepthroat jullie hebben gedeepthroat zij hebben gedeepthroat
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik deepthroatte jij deepthroatte hij deepthroatte wij deepthroatten jullie deepthroatten zij deepthroatten
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gedeepthroat jij had gedeepthroat hij had gedeepthroat wij hadden gedeepthroat jullie hadden gedeepthroat zij hadden gedeepthroat
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal deepthroaten jij zult deepthroaten hij zal deepthroaten wij zullen deepthroaten jullie zullen deepthroaten zij zullen deepthroaten
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gedeepthroat hebben jij zult gedeepthroat hebben hij zal gedeepthroat hebben wij zullen gedeepthroat hebben jullie zullen gedeepthroat hebben zij zullen gedeepthroat hebben
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou deepthroaten jij zou deepthroaten hij zou deepthroaten wij zouden deepthroaten jullie zouden deepthroaten zij zouden deepthroaten
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gedeepthroat hebben jij zou gedeepthroat hebben hij zou gedeepthroat hebben wij zouden gedeepthroat hebben jullie zouden gedeepthroat hebben zij zouden gedeepthroat hebben
|
| Gebiedende wijs |
deepthroat
|
| Aanvoegende wijs |
| deepthroate |