1. MWB
  2. Werkwoord vervoegen
  3. deed

Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to deed    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
deeding

Present simple (ott)
I deed
you deed
he deeds
we deed
you deed
they deed

Present perfect (vtt)
I have deeded
you have deeded
he has deeded
we have deeded
you have deeded
they have deeded

Past Simple (ovt)
I deeded
you deeded
he deeded
we deeded
you deeded
they deeded

Past perfect (vvt)
I had deeded
you had deeded
he had deeded
we had deeded
you had deeded
they had deeded

Present future (ottt)
I will deed
you will deed
he will deed
we will deed
you will deed
they will deed

Present future perfect (vttt)
I will have deeded
you will have deeded
he will have deeded
we will have deeded
you will have deeded
they will have deeded

Past future (ovtt)
I would deed
you would deed
he would deed
we would deed
you would deed
they would deed

Past future perfect (vvtt)
I would have deeded
you would have deeded
he would have deeded
we would have deeded
you would have deeded
they would have deeded


Voorbeelden

  1. counter-deed
    contra akte
  2. An unacceptable deed.
    Een onaanvaardbare daad.
  3. Deed of Incorporation
    akte van oprichting BV/NV
  4. deed of petition
    akteverzoek
  5. deed of conversion
    Akte van omzetting
  6. Deed of waiver
    (akte van) Afstand
  7. A deed of sasine.
    Een overdrachtsakte.
  8. That 's the Deed?
    En dat is de daad?
  9. The deed is done.
    De daad is volbracht.
  10. No good deed, huh?
    Geen goede daad, hé?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden



Vaakst vervoegd

Hier zie je een overzicht van de 30 vaakst vervoegde werkwoorden voor de vijf talen die we op mijnwoordenboek gebruiken.

Nederlandse werkwoorden

willen verdienen worden zijn vinden bedoelen kunnen houden hebben meten vermelden vertellen varen gelden beantwoorden zeggen bestellen begeleiden updaten reizen bereiden leiden plannen gaan verwijderen stelen bidden besteden denken bellen

Franse werkwoorden

être avoir aller faire pouvoir vouloir venir devoir voir prendre savoir partir connaître recevoir dire mettre finir lire boire choisir envoyer sortir falloir dormir écrire appeler croire manger devenir vivre

Duitse werkwoorden

sein werden haben können mögen gehen wollen müssen essen finden sehen stressen lesen dürfen fahren misten sollen kommen nehmen tun machen geben sprechen lassen helfen laufen arbeiten wohnen schlafen halten

Spaanse werkwoorden

ser sentir tener hacer ver teñir ir estar servir haber poder mentir querer dar fuir saber decir hablar salir empezar volver comer seguir vivir gustar pedir encontrar grillarse latir pensar llamar conocer preferir jugar llegar

Engelse werkwoorden

send read be have spend choose go lead mean hear teach lie think see quit can do build meet take say get run fall fair buy put eat lay make learn wear begin barbecue will give find want know drink work write try