Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to deduct    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
deducting

Present simple (ott)
I deduct
you deduct
he deducts
we deduct
you deduct
they deduct

Present perfect (vtt)
I have deducted
you have deducted
he has deducted
we have deducted
you have deducted
they have deducted

Past Simple (ovt)
I deducted
you deducted
he deducted
we deducted
you deducted
they deducted

Past perfect (vvt)
I had deducted
you had deducted
he had deducted
we had deducted
you had deducted
they had deducted

Present future (ottt)
I will deduct
you will deduct
he will deduct
we will deduct
you will deduct
they will deduct

Present future perfect (vttt)
I will have deducted
you will have deducted
he will have deducted
we will have deducted
you will have deducted
they will have deducted

Past future (ovtt)
I would deduct
you would deduct
he would deduct
we would deduct
you would deduct
they would deduct

Past future perfect (vvtt)
I would have deducted
you would have deducted
he would have deducted
we would have deducted
you would have deducted
they would have deducted


Voorbeelden

  1. Deduct whatever you like
    Trek van wat af u houdt
  2. Deduct it from my bill.
    Trek maar af van mijn rekening.
  3. No self-esteem, deduct a point.
    Geen eigenwaarde, punt eraf.
  4. Want me to deduct your salary?
    Ik hou het in op je loon.
  5. Can 't we deduct it next time?
    Kunnen we het volgende keer verekenen?
  6. Deduct three because he wasted his bullets.
    Hou er drie in want hij heeft zijn kogels verpest.
  7. You can 't deduct any of this crap.
    Die rotzooi is niet aftrekbaar.
  8. They didn 't deduct her because of her bra.
    Ze hebben geen punten aftrek gedaan vanwege haar beha.
  9. I deduct a gold star. 1-0 to Levin.
    Ik trek een gouden ster af. 1-0 voor Levin.
  10. But then deduct it from our taxes as a legitimate expense.
    Maar trek het dan van onze belasting af als onkostenvergoeding.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden