Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: deduceren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gededuceerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik deduceer
jij deduceert
hij deduceert
wij deduceren
jullie deduceren
zij deduceren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gededuceerd
jij hebt gededuceerd
hij heeft gededuceerd
wij hebben gededuceerd
jullie hebben gededuceerd
zij hebben gededuceerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik deduceerde
jij deduceerde
hij deduceerde
wij deduceerden
jullie deduceerden
zij deduceerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gededuceerd
jij had gededuceerd
hij had gededuceerd
wij hadden gededuceerd
jullie hadden gededuceerd
zij hadden gededuceerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal deduceren
jij zult deduceren
hij zal deduceren
wij zullen deduceren
jullie zullen deduceren
zij zullen deduceren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gededuceerd hebben
jij zult gededuceerd hebben
hij zal gededuceerd hebben
wij zullen gededuceerd hebben
jullie zullen gededuceerd hebben
zij zullen gededuceerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou deduceren
jij zou deduceren
hij zou deduceren
wij zouden deduceren
jullie zouden deduceren
zij zouden deduceren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gededuceerd hebben
jij zou gededuceerd hebben
hij zou gededuceerd hebben
wij zouden gededuceerd hebben
jullie zouden gededuceerd hebben
zij zouden gededuceerd hebben

Gebiedende wijs
deduceer

Aanvoegende wijs
deducere

Voorbeelden

  1. Ik kan ook logisch deduceren.
    I have some deductive reasoning skills.
  2. We observeren, en dan deduceren we.
    We observe, and then we deduce.
  3. Oh ja, dat had ik allemaal kunnen deduceren.
    Yeah. I would 've totally figured that out.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden