Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: decoderen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gedecodeerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik decodeer
jij decodeert
hij decodeert
wij decoderen
jullie decoderen
zij decoderen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gedecodeerd
jij hebt gedecodeerd
hij heeft gedecodeerd
wij hebben gedecodeerd
jullie hebben gedecodeerd
zij hebben gedecodeerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik decodeerde
jij decodeerde
hij decodeerde
wij decodeerden
jullie decodeerden
zij decodeerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gedecodeerd
jij had gedecodeerd
hij had gedecodeerd
wij hadden gedecodeerd
jullie hadden gedecodeerd
zij hadden gedecodeerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal decoderen
jij zult decoderen
hij zal decoderen
wij zullen decoderen
jullie zullen decoderen
zij zullen decoderen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gedecodeerd hebben
jij zult gedecodeerd hebben
hij zal gedecodeerd hebben
wij zullen gedecodeerd hebben
jullie zullen gedecodeerd hebben
zij zullen gedecodeerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou decoderen
jij zou decoderen
hij zou decoderen
wij zouden decoderen
jullie zouden decoderen
zij zouden decoderen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gedecodeerd hebben
jij zou gedecodeerd hebben
hij zou gedecodeerd hebben
wij zouden gedecodeerd hebben
jullie zouden gedecodeerd hebben
zij zouden gedecodeerd hebben

Gebiedende wijs
decodeer

Aanvoegende wijs
decodere

Voorbeelden

  1. Decodeer het dan.
    Then un-crypt it.
  2. Decodeer het onmiddellijk.
    Decode it immediately.
  3. Hoe snel decodeer je dit?
    How long will it take to decode it?
  4. Ik decodeer zijn oude berichten sinds middernacht.
    I 've been decoding his old messages since midnight.
  5. Zeg me dat het meezit met het decodeer proces.
    Please tell me you caught a break in this decryption process.
  6. Decoderen en afspelen.
    Relay it through the decoder.
  7. Vordert het decoderen?
    How is the decryption progressing?
  8. Kunt u het decoderen?
    Can you decode it?
  9. Kunt u het decoderen?
    Can you decrypt it?
  10. Kun je' t decoderen?
    Can you decode it?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden