Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: decerneren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gedecerneerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik decerneer
jij decerneert
hij decerneert
wij decerneren
jullie decerneren
zij decerneren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gedecerneerd
jij hebt gedecerneerd
hij heeft gedecerneerd
wij hebben gedecerneerd
jullie hebben gedecerneerd
zij hebben gedecerneerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik decerneerde
jij decerneerde
hij decerneerde
wij decerneerden
jullie decerneerden
zij decerneerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gedecerneerd
jij had gedecerneerd
hij had gedecerneerd
wij hadden gedecerneerd
jullie hadden gedecerneerd
zij hadden gedecerneerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal decerneren
jij zult decerneren
hij zal decerneren
wij zullen decerneren
jullie zullen decerneren
zij zullen decerneren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gedecerneerd hebben
jij zult gedecerneerd hebben
hij zal gedecerneerd hebben
wij zullen gedecerneerd hebben
jullie zullen gedecerneerd hebben
zij zullen gedecerneerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou decerneren
jij zou decerneren
hij zou decerneren
wij zouden decerneren
jullie zouden decerneren
zij zouden decerneren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gedecerneerd hebben
jij zou gedecerneerd hebben
hij zou gedecerneerd hebben
wij zouden gedecerneerd hebben
jullie zouden gedecerneerd hebben
zij zouden gedecerneerd hebben

Gebiedende wijs
decerneer

Aanvoegende wijs
decernere

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden