NL: deadliften U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
gedeadlift
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik deadlift jij deadlift hij deadlift wij deadliften jullie deadliften zij deadliften
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gedeadlift jij hebt gedeadlift hij heeft gedeadlift wij hebben gedeadlift jullie hebben gedeadlift zij hebben gedeadlift
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik deadliftte jij deadliftte hij deadliftte wij deadliftten jullie deadliftten zij deadliftten
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gedeadlift jij had gedeadlift hij had gedeadlift wij hadden gedeadlift jullie hadden gedeadlift zij hadden gedeadlift
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal deadliften jij zult deadliften hij zal deadliften wij zullen deadliften jullie zullen deadliften zij zullen deadliften
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gedeadlift hebben jij zult gedeadlift hebben hij zal gedeadlift hebben wij zullen gedeadlift hebben jullie zullen gedeadlift hebben zij zullen gedeadlift hebben
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou deadliften jij zou deadliften hij zou deadliften wij zouden deadliften jullie zouden deadliften zij zouden deadliften
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gedeadlift hebben jij zou gedeadlift hebben hij zou gedeadlift hebben wij zouden gedeadlift hebben jullie zouden gedeadlift hebben zij zouden gedeadlift hebben
|
| Gebiedende wijs |
deadlift
|
| Aanvoegende wijs |
| deadlifte |