NL: daytraden U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
Voltooid deelwoord |
gedaytraded
|
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik daytrade jij daytradet hij daytradet wij daytraden jullie daytraden zij daytraden
|
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gedaytraded jij hebt gedaytraded hij heeft gedaytraded wij hebben gedaytraded jullie hebben gedaytraded zij hebben gedaytraded
|
Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik daytradede jij daytradede hij daytradede wij daytradeden jullie daytradeden zij daytradeden
|
Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gedaytraded jij had gedaytraded hij had gedaytraded wij hadden gedaytraded jullie hadden gedaytraded zij hadden gedaytraded
|
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal daytraden jij zult daytraden hij zal daytraden wij zullen daytraden jullie zullen daytraden zij zullen daytraden
|
Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gedaytraded hebben jij zult gedaytraded hebben hij zal gedaytraded hebben wij zullen gedaytraded hebben jullie zullen gedaytraded hebben zij zullen gedaytraded hebben
|
Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou daytraden jij zou daytraden hij zou daytraden wij zouden daytraden jullie zouden daytraden zij zouden daytraden
|
Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gedaytraded hebben jij zou gedaytraded hebben hij zou gedaytraded hebben wij zouden gedaytraded hebben jullie zouden gedaytraded hebben zij zouden gedaytraded hebben
|
Gebiedende wijs |
daytrade
|
Aanvoegende wijs |
daytrade |