Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: dauwen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gedauwd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik dauw
jij dauwt
hij dauwt
wij dauwen
jullie dauwen
zij dauwen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gedauwd
jij hebt gedauwd
hij heeft gedauwd
wij hebben gedauwd
jullie hebben gedauwd
zij hebben gedauwd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik dauwde
jij dauwde
hij dauwde
wij dauwden
jullie dauwden
zij dauwden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gedauwd
jij had gedauwd
hij had gedauwd
wij hadden gedauwd
jullie hadden gedauwd
zij hadden gedauwd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal dauwen
jij zult dauwen
hij zal dauwen
wij zullen dauwen
jullie zullen dauwen
zij zullen dauwen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gedauwd hebben
jij zult gedauwd hebben
hij zal gedauwd hebben
wij zullen gedauwd hebben
jullie zullen gedauwd hebben
zij zullen gedauwd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou dauwen
jij zou dauwen
hij zou dauwen
wij zouden dauwen
jullie zouden dauwen
zij zouden dauwen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gedauwd hebben
jij zou gedauwd hebben
hij zou gedauwd hebben
wij zouden gedauwd hebben
jullie zouden gedauwd hebben
zij zouden gedauwd hebben

Gebiedende wijs
dauw

Aanvoegende wijs
dauwe

Voorbeelden

  1. Dauw op de klimplanten.
    Frost on the kudzu.
  2. Voor dag en dauw, Sire.
    Before dawn, Sire.
  3. Er was dauw op haar oogleden.
    There was dew on her eyelids.
  4. Zie de dauw op een zonnebloem
    See the dew on a sunflower
  5. Waarom moet het voor dag en dauw?
    Why 's it have to be before dawn?
  6. wie strooit op het zonlicht druppeltjes dauw
    Who can take the sunrise Sprinkle it with dew
  7. In de stilte van de zilveren dauw...
    In the hush of the silver dew
  8. Dadelijk dauw ik deze chopsticks in je oren!
    I 'll push these sticks into your ear!
  9. Ik sta altijd op voor dag en dauw.
    I 'm always up early anyway.
  10. We moeten voor dag en dauw op pad.
    We gotta get moving before dawn.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden