Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to dampen
NL: dampen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gedampt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik damp
jij dampt
hij dampt
wij dampen
jullie dampen
zij dampen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gedampt
jij hebt gedampt
hij heeft gedampt
wij hebben gedampt
jullie hebben gedampt
zij hebben gedampt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik dampte
jij dampte
hij dampte
wij dampten
jullie dampten
zij dampten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gedampt
jij had gedampt
hij had gedampt
wij hadden gedampt
jullie hadden gedampt
zij hadden gedampt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal dampen
jij zult dampen
hij zal dampen
wij zullen dampen
jullie zullen dampen
zij zullen dampen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gedampt hebben
jij zult gedampt hebben
hij zal gedampt hebben
wij zullen gedampt hebben
jullie zullen gedampt hebben
zij zullen gedampt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou dampen
jij zou dampen
hij zou dampen
wij zouden dampen
jullie zouden dampen
zij zouden dampen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gedampt hebben
jij zou gedampt hebben
hij zou gedampt hebben
wij zouden gedampt hebben
jullie zouden gedampt hebben
zij zouden gedampt hebben

Gebiedende wijs
damp

Aanvoegende wijs
dampe

Voorbeelden

  1. Damp
    Vapour
  2. Damp uit aardolielagen.
    Vapors from petroleum deposits.
  3. Zweef door damp en helledauw.
    Hover through fog and filthy air.
  4. zweef door damp en helledauw.
    Hover through the fog and filthy air.
  5. Er was een wervelende damp
    There was a swirling vapor
  6. Dat wordt damp op je lenzen.
    That just fogs up the lenses.
  7. Zeer licht ontvlambare vloeistof en damp.
    Extremely flammable liquid and vapour.
  8. Mijn hoofd is in damp opgegaan.
    I 'd say my mind has evaporated.
  9. De vloeistof brandt niet, maar de damp.
    It 's not the liquid that burns. It 's the fumes.
  10. U moet haast op damp alleen lopen.
    You must be running on fumes.


EN: to dampen    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
dampening

Present simple (ott)
I dampen
you dampen
he dampens
we dampen
you dampen
they dampen

Present perfect (vtt)
I have dampened
you have dampened
he has dampened
we have dampened
you have dampened
they have dampened

Past Simple (ovt)
I dampened
you dampened
he dampened
we dampened
you dampened
they dampened

Past perfect (vvt)
I had dampened
you had dampened
he had dampened
we had dampened
you had dampened
they had dampened

Present future (ottt)
I will dampen
you will dampen
he will dampen
we will dampen
you will dampen
they will dampen

Present future perfect (vttt)
I will have dampened
you will have dampened
he will have dampened
we will have dampened
you will have dampened
they will have dampened

Past future (ovtt)
I would dampen
you would dampen
he would dampen
we would dampen
you would dampen
they would dampen

Past future perfect (vvtt)
I would have dampened
you would have dampened
he would have dampened
we would have dampened
you would have dampened
they would have dampened


Voorbeelden

  1. I don 't want to dampen your spirits...
    Ik wil je niet naar beneden halen maar...
  2. Why are you always trying to dampen my spirits?
    Waarom probeer je me toch altijd te ontmoedigen?
  3. I wouldn 't wanna dampen your new interest in architecture.
    Ik wil uw interesse in architectuur niet afremmen.
  4. And I am not gonna dampen his enthusiasm with little details.
    En ik ga zijn enthousiasme niet temperen met kleine details.
  5. What we could really do with is a rain shower to dampen this dust down.
    WIj konden wel een regendouche gebruiken Om deze stof te temperen.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden