1. MWB
  2. Werkwoord vervoegen
  3. dally

Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to dally    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
dallying

Present simple (ott)
I dally
you dally
he dallies
we dally
you dally
they dally

Present perfect (vtt)
I have dallied
you have dallied
he has dallied
we have dallied
you have dallied
they have dallied

Past Simple (ovt)
I dallied
you dallied
he dallied
we dallied
you dallied
they dallied

Past perfect (vvt)
I had dallied
you had dallied
he had dallied
we had dallied
you had dallied
they had dallied

Present future (ottt)
I will dally
you will dally
he will dally
we will dally
you will dally
they will dally

Present future perfect (vttt)
I will have dallied
you will have dallied
he will have dallied
we will have dallied
you will have dallied
they will have dallied

Past future (ovtt)
I would dally
you would dally
he would dally
we would dally
you would dally
they would dally

Past future perfect (vvtt)
I would have dallied
you would have dallied
he would have dallied
we would have dallied
you would have dallied
they would have dallied


Voorbeelden

  1. Olwen, do not dally.
    Olwen, niet treuzelen.
  2. Don 't dilly-dally, then.
    Sta niet te treuzelen, dan.
  3. That 's the trouble with Dally.
    Dat is het probleem met Dally.
  4. Don 't want to dilly-dally.
    We willen niet treuzelen.
  5. Pest! Wow! What a mean one, Dally.
    Wat een berg, Dally.
  6. You can 't dilly-dally any longer, Craiggy-weggy.
    Je kunt niet langer aarzelen, lieve Craiggy.
  7. No pushing. No pushing. But let 's not dilly-dally.
    Niet duwen, niet duwen, maar ook niet treuzelen.
  8. We 're almost at Harvest and you dally with this child.
    De Oogst is nabij en jullie lopen je tijd te verdoen.
  9. This is no time to dilly-dally, Let 's get to work!
    we hebben geen tijd voor dilly-Dally, aan het werk!
  10. I 'm simply asking you not to dilly-dally, that 's all.
    Ik vraag je alleen niet te gaan treuzelen, dat is alles.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden



Vaakst vervoegd

Hier zie je een overzicht van de 30 vaakst vervoegde werkwoorden voor de vijf talen die we op mijnwoordenboek gebruiken.

Nederlandse werkwoorden

willen verdienen worden zijn vinden bedoelen kunnen houden hebben meten vermelden vertellen varen gelden beantwoorden zeggen bestellen begeleiden updaten reizen bereiden leiden plannen gaan verwijderen stelen bidden besteden denken bellen

Franse werkwoorden

être avoir aller faire pouvoir vouloir venir devoir voir prendre savoir partir connaître recevoir dire mettre finir lire boire choisir envoyer sortir falloir dormir écrire appeler croire manger devenir vivre

Duitse werkwoorden

sein werden haben können mögen gehen wollen müssen essen finden sehen stressen lesen dürfen fahren misten sollen kommen nehmen tun machen geben sprechen lassen helfen laufen arbeiten wohnen schlafen halten

Spaanse werkwoorden

ser sentir tener hacer ver teñir ir estar servir haber poder mentir querer dar fuir saber decir hablar salir empezar volver comer seguir vivir gustar pedir encontrar grillarse latir pensar llamar conocer preferir jugar llegar

Engelse werkwoorden

send read be have spend choose go lead mean hear teach lie think see quit can do build meet take say get run fall fair buy put eat lay make learn wear begin barbecue will give find want know drink work write try