Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: dalen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gedaald

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik daal
jij daalt
hij daalt
wij dalen
jullie dalen
zij dalen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik ben gedaald
jij bent gedaald
hij is gedaald
wij zijn gedaald
jullie zijn gedaald
zij zijn gedaald

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik daalde
jij daalde
hij daalde
wij daalden
jullie daalden
zij daalden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik was gedaald
jij was gedaald
hij was gedaald
wij waren gedaald
jullie waren gedaald
zij waren gedaald

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal dalen
jij zult dalen
hij zal dalen
wij zullen dalen
jullie zullen dalen
zij zullen dalen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gedaald zijn
jij zult gedaald zijn
hij zal gedaald zijn
wij zullen gedaald zijn
jullie zullen gedaald zijn
zij zullen gedaald zijn

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou dalen
jij zou dalen
hij zou dalen
wij zouden dalen
jullie zouden dalen
zij zouden dalen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gedaald zijn
jij zou gedaald zijn
hij zou gedaald zijn
wij zouden gedaald zijn
jullie zouden gedaald zijn
zij zouden gedaald zijn

Gebiedende wijs
daal

Aanvoegende wijs
dale

Voorbeelden

  1. hef-daal-ventiel
    up-down valve
  2. Daal naar 4,000 voet.
    Descend to 4, 000 feet.
  3. Daal naar 1.000 voet.
    Descend to 1,000 feet.
  4. Daal en blijf op 12.000 voet.
    You descend and maintain 12,000.
  5. Daal naar 6.000 voet, heeft u dit ontvangen?
    Descend to 6,000 feet, do you copy?
  6. Tango, bravo 1, ik daal naar 1-4-0.
    Tango, Bravo 1, I 'll fall to 1-4-0.
  7. Heer, daal neer en aanschouw hoe uw libertairen... een pompoen aanbidden.
    Lord, come down and behold your libertarians adoring a pumpkin.
  8. Oké, ax-man, ik daal 30 meter af en veranker het touw.
    All right, ax-man. I 'm gonna go down 1 00 feet and anchor the rope.
  9. Zwaai van aan de deur, daal de trappen af, stap in de limousine.
    Wave from the door, come down the stairs, get into the limo.
  10. Ik daal af naar de landingsplaats en er komt wat hevige turbulentie aan.
    I 'm dropping down to the landing point and there 's some heavy turbulence up ahead.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden