1. MWB
  2. Werkwoord vervoegen
  3. crisscross

Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to crisscross    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
crisscrossing

Present simple (ott)
I crisscross
you crisscross
he crisscrosses
we crisscross
you crisscross
they crisscross

Present perfect (vtt)
I have crisscrossed
you have crisscrossed
he has crisscrossed
we have crisscrossed
you have crisscrossed
they have crisscrossed

Past Simple (ovt)
I crisscrossed
you crisscrossed
he crisscrossed
we crisscrossed
you crisscrossed
they crisscrossed

Past perfect (vvt)
I had crisscrossed
you had crisscrossed
he had crisscrossed
we had crisscrossed
you had crisscrossed
they had crisscrossed

Present future (ottt)
I will crisscross
you will crisscross
he will crisscross
we will crisscross
you will crisscross
they will crisscross

Present future perfect (vttt)
I will have crisscrossed
you will have crisscrossed
he will have crisscrossed
we will have crisscrossed
you will have crisscrossed
they will have crisscrossed

Past future (ovtt)
I would crisscross
you would crisscross
he would crisscross
we would crisscross
you would crisscross
they would crisscross

Past future perfect (vvtt)
I would have crisscrossed
you would have crisscrossed
he would have crisscrossed
we would have crisscrossed
you would have crisscrossed
they would have crisscrossed


Voorbeelden

  1. crisscross beam
    kruisschoor
  2. This one with the crisscross beams.
    Deze met de gekruiste balken.
  3. Picket boats crisscross bow to stern every 15 minutes.
    Boten patrouilleren de boeg en achtersteven elk kwartier.
  4. The mesh would explain the crisscross patterns on the skull.
    De plaat kan het patroon op de schedel verklaren.
  5. I used the chopper to crisscross the city and see if I could pick her up.
    L gebruikt de helikopter om de stad kriskras en kijken of ik haar kon oppikken.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden



Vaakst vervoegd

Hier zie je een overzicht van de 30 vaakst vervoegde werkwoorden voor de vijf talen die we op mijnwoordenboek gebruiken.

Nederlandse werkwoorden

willen verdienen worden zijn vinden bedoelen kunnen houden hebben meten vermelden vertellen varen gelden beantwoorden zeggen bestellen begeleiden updaten reizen bereiden leiden plannen gaan verwijderen stelen bidden besteden denken bellen

Franse werkwoorden

être avoir aller faire pouvoir vouloir venir devoir voir prendre savoir partir connaître recevoir dire mettre finir lire boire choisir envoyer sortir falloir dormir écrire appeler croire manger devenir vivre

Duitse werkwoorden

sein werden haben können mögen gehen wollen müssen essen finden sehen stressen lesen dürfen fahren misten sollen kommen nehmen tun machen geben sprechen lassen helfen laufen arbeiten wohnen schlafen halten

Spaanse werkwoorden

ser sentir tener hacer ver teñir ir estar servir haber poder mentir querer dar fuir saber decir hablar salir empezar volver comer seguir vivir gustar pedir encontrar grillarse latir pensar llamar conocer preferir jugar llegar

Engelse werkwoorden

send read be have spend choose go lead mean hear teach lie think see quit can do build meet take say get run fall fair buy put eat lay make learn wear begin barbecue will give find want know drink work write try