Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: creamen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gecreamd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik cream
jij creamt
hij creamt
wij creamen
jullie creamen
zij creamen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gecreamd
jij hebt gecreamd
hij heeft gecreamd
wij hebben gecreamd
jullie hebben gecreamd
zij hebben gecreamd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik creamde
jij creamde
hij creamde
wij creamden
jullie creamden
zij creamden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gecreamd
jij had gecreamd
hij had gecreamd
wij hadden gecreamd
jullie hadden gecreamd
zij hadden gecreamd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal creamen
jij zult creamen
hij zal creamen
wij zullen creamen
jullie zullen creamen
zij zullen creamen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gecreamd hebben
jij zult gecreamd hebben
hij zal gecreamd hebben
wij zullen gecreamd hebben
jullie zullen gecreamd hebben
zij zullen gecreamd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou creamen
jij zou creamen
hij zou creamen
wij zouden creamen
jullie zouden creamen
zij zouden creamen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gecreamd hebben
jij zou gecreamd hebben
hij zou gecreamd hebben
wij zouden gecreamd hebben
jullie zouden gecreamd hebben
zij zouden gecreamd hebben

Gebiedende wijs
cream

Aanvoegende wijs
creame

Voorbeelden

  1. Mijn naam is' N' Cream.
    My name is' N' Cream.
  2. Ice cream sandwich, ja of nee?
    Ice cream sandwich, yea or nay?
  3. Wat doet Joey Ice Cream hier?
    What the hell 's Joey Ice Cream doing here?
  4. Hank, kan ik een cream soda?
    Hank, can I get a cream soda?
  5. Een zelf-microgolvende Bavariaanse Cream Dog.
    A self-microwaving Bavarian Cream Dog.
  6. Je kent Cream Corn toch nog wel?
    You remember Cream Corn.
  7. Helemaal tot aan de top, Cream Corn.
    Cream Corn, this goes all the way to the top.
  8. * Cream-colored ponies * * and crisp apple strudels *
    ¶ Cream-colored ponies and crisp apple strudels ¶
  9. Hé, meisje, wat heb jij gegeten? Ice cream.
    Hey, girl, what you been eating?
  10. Nou, hey, heb je een cream soda willen?
    Well, hey, do you want a cream soda?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden