NL: creëren U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
gecreëerd
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik creëer jij creëert hij creëert wij creëren jullie creëren zij creëren
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gecreëerd jij hebt gecreëerd hij heeft gecreëerd wij hebben gecreëerd jullie hebben gecreëerd zij hebben gecreëerd
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik creëerde jij creëerde hij creëerde wij creëerden jullie creëerden zij creëerden
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gecreëerd jij had gecreëerd hij had gecreëerd wij hadden gecreëerd jullie hadden gecreëerd zij hadden gecreëerd
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal creëren jij zult creëren hij zal creëren wij zullen creëren jullie zullen creëren zij zullen creëren
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gecreëerd hebben jij zult gecreëerd hebben hij zal gecreëerd hebben wij zullen gecreëerd hebben jullie zullen gecreëerd hebben zij zullen gecreëerd hebben
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou creëren jij zou creëren hij zou creëren wij zouden creëren jullie zouden creëren zij zouden creëren
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gecreëerd hebben jij zou gecreëerd hebben hij zou gecreëerd hebben wij zouden gecreëerd hebben jullie zouden gecreëerd hebben zij zouden gecreëerd hebben
|
| Gebiedende wijs |
creëer
|
| Aanvoegende wijs |
| creëre |