Voorbeelden

1. Out of loyalty to Cowen?
   Uit trouw aan Cowen?
2. We suspect Cowen had him murdered.
   We denken dat Cowen hem vermoord heeft.
3. Is chief Cowen sending a team?
   Stuurt chef Cowen een team?
4. We were soldiers under Cowen 's orders.
   We voerden Cowens bevel uit.
5. Chief Cowen needs to see you immediately.
   Bevelhebber Cowen wil u onmiddellijk spreken.
6. Cowen had no choice but to keep me.
   Cowen moest mij wel houden.
7. It forced him from Cowen 's inner circle.
   Hij moest uit Cowens kring weg.
8. Abby Cowen could be a man 's name.
   Abby Cowen kan een man zijn.
9. Dr. Weir, this is commander Cowen, leader of the Genii.
   Dr. Weir, dit is commandant Cowen, leider van de Genii.
10. Cowen, I thought we were just learning how to get along.
    Cowen, ik dacht dat het net beter ging tussen ons.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden

Duitse werkwoorden

Engelse werkwoorden

Franse werkwoorden

Spaanse werkwoorden