Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: controllen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gecontrold

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik control
jij controlt
hij controlt
wij controllen
jullie controllen
zij controllen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gecontrold
jij hebt gecontrold
hij heeft gecontrold
wij hebben gecontrold
jullie hebben gecontrold
zij hebben gecontrold

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik controlde
jij controlde
hij controlde
wij controlden
jullie controlden
zij controlden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gecontrold
jij had gecontrold
hij had gecontrold
wij hadden gecontrold
jullie hadden gecontrold
zij hadden gecontrold

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal controllen
jij zult controllen
hij zal controllen
wij zullen controllen
jullie zullen controllen
zij zullen controllen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gecontrold hebben
jij zult gecontrold hebben
hij zal gecontrold hebben
wij zullen gecontrold hebben
jullie zullen gecontrold hebben
zij zullen gecontrold hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou controllen
jij zou controllen
hij zou controllen
wij zouden controllen
jullie zouden controllen
zij zouden controllen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gecontrold hebben
jij zou gecontrold hebben
hij zou gecontrold hebben
wij zouden gecontrold hebben
jullie zouden gecontrold hebben
zij zouden gecontrold hebben

Gebiedende wijs
control

Aanvoegende wijs
controlle

Voorbeelden

  1. Begrepen, Control.
    Roger that, Control.
  2. Out of control, you' re out of control
    ¶ Out of control, you 're out of control ¶
  3. Afbreken, Manchester Control.
    Break, Manchester Control.
  4. Toets control, escape.
    Just press control, escape.
  5. Negatief, Mission Control.
    Negative, Mission Control.
  6. Twee aan Control.
    This is 2 to Control.
  7. Control, hier Frontier.
    Control, this is Frontier.
  8. Mother, dit is Control.
    Mother, this is Control.
  9. Wat zei Mission Control?
    What did Mission Control say?
  10. Hier één aan Control.
    This is 1 to Control.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden