NL: contramineren U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
Voltooid deelwoord |
gecontramineerd
|
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik contramineer jij contramineert hij contramineert wij contramineren jullie contramineren zij contramineren
|
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gecontramineerd jij hebt gecontramineerd hij heeft gecontramineerd wij hebben gecontramineerd jullie hebben gecontramineerd zij hebben gecontramineerd
|
Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik contramineerde jij contramineerde hij contramineerde wij contramineerden jullie contramineerden zij contramineerden
|
Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gecontramineerd jij had gecontramineerd hij had gecontramineerd wij hadden gecontramineerd jullie hadden gecontramineerd zij hadden gecontramineerd
|
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal contramineren jij zult contramineren hij zal contramineren wij zullen contramineren jullie zullen contramineren zij zullen contramineren
|
Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gecontramineerd hebben jij zult gecontramineerd hebben hij zal gecontramineerd hebben wij zullen gecontramineerd hebben jullie zullen gecontramineerd hebben zij zullen gecontramineerd hebben
|
Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou contramineren jij zou contramineren hij zou contramineren wij zouden contramineren jullie zouden contramineren zij zouden contramineren
|
Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gecontramineerd hebben jij zou gecontramineerd hebben hij zou gecontramineerd hebben wij zouden gecontramineerd hebben jullie zouden gecontramineerd hebben zij zouden gecontramineerd hebben
|
Gebiedende wijs |
contramineer
|
Aanvoegende wijs |
contraminere |