Voorbeelden

1. Does that ball work constitute taunting?
   Is die bal een uitdaging?
2. No way my words constitute tampering.
   In geen geval bevatten mijn woorden manipulatie
3. Alibi inconsistencies hardly constitute conclusive evidence.
   De inconsistentie in het alibi is amper bewijs te noemen.
4. Five elements constitute the climate we know.
   Er zijn vijf elementen die' t weer maken zoals wij het kennen.
5. The following offenses... shall constitute crimes against society:
   Deze vergrijpen worden als misdrijf tegen de maatschappij gezien:
6. The submarines would constitute the true naval threat.
   De echte dreiging kwam van de U-boot.
7. For the record, moaning doesn 't constitute talking.
   Voor de goede orde, kreunen is geen praten.
8. To claim otherwise doth constitute but sheer heresy.
   Anders is het aangemerkt... als pure ketterij.
9. One nipple does not constitute a striptease, Alex.
   Eén tepel is niet bepaald een striptease, Alex
10. Does that wormhole constitute a danger to this planet?
    Is dit wormgat een bedreiging voor deze planeet?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden

Duitse werkwoorden

Engelse werkwoorden

Franse werkwoorden

Spaanse werkwoorden