Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: consolideren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geconsolideerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik consolideer
jij consolideert
hij consolideert
wij consolideren
jullie consolideren
zij consolideren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geconsolideerd
jij hebt geconsolideerd
hij heeft geconsolideerd
wij hebben geconsolideerd
jullie hebben geconsolideerd
zij hebben geconsolideerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik consolideerde
jij consolideerde
hij consolideerde
wij consolideerden
jullie consolideerden
zij consolideerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geconsolideerd
jij had geconsolideerd
hij had geconsolideerd
wij hadden geconsolideerd
jullie hadden geconsolideerd
zij hadden geconsolideerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal consolideren
jij zult consolideren
hij zal consolideren
wij zullen consolideren
jullie zullen consolideren
zij zullen consolideren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geconsolideerd hebben
jij zult geconsolideerd hebben
hij zal geconsolideerd hebben
wij zullen geconsolideerd hebben
jullie zullen geconsolideerd hebben
zij zullen geconsolideerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou consolideren
jij zou consolideren
hij zou consolideren
wij zouden consolideren
jullie zouden consolideren
zij zouden consolideren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geconsolideerd hebben
jij zou geconsolideerd hebben
hij zou geconsolideerd hebben
wij zouden geconsolideerd hebben
jullie zouden geconsolideerd hebben
zij zouden geconsolideerd hebben

Gebiedende wijs
consolideer

Aanvoegende wijs
consolidere

Voorbeelden

  1. Die afdelingen die jullie consolideren,
    These operations you consolidated,
  2. We proberen gewoon informatie te consolideren.
    We 're just trying to consolidate information.
  3. Ze moet haar macht nog consolideren.
    She needs to consolidate her power.
  4. Ik zal de positie in Canberra consolideren.
    I 'll consolidate the position in Canberra.
  5. We zijn nog bezig alles te consolideren.
    We 're still consolidating operations.
  6. Om de duistere krachten onder één heerser te consolideren.
    To consolidate the dark forces under one ruler.
  7. Maar je weet niet hoe je de overwinning moet consolideren
    But you do not know how to consolidate the victory
  8. De shoguns zullen het land isoleren om hun eigen macht te consolideren.
    The Tokugawa Shogunate closed its doors in order to protect its own power.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden