Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: confronteren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geconfronteerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik confronteer
jij confronteert
hij confronteert
wij confronteren
jullie confronteren
zij confronteren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geconfronteerd
jij hebt geconfronteerd
hij heeft geconfronteerd
wij hebben geconfronteerd
jullie hebben geconfronteerd
zij hebben geconfronteerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik confronteerde
jij confronteerde
hij confronteerde
wij confronteerden
jullie confronteerden
zij confronteerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geconfronteerd
jij had geconfronteerd
hij had geconfronteerd
wij hadden geconfronteerd
jullie hadden geconfronteerd
zij hadden geconfronteerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal confronteren
jij zult confronteren
hij zal confronteren
wij zullen confronteren
jullie zullen confronteren
zij zullen confronteren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geconfronteerd hebben
jij zult geconfronteerd hebben
hij zal geconfronteerd hebben
wij zullen geconfronteerd hebben
jullie zullen geconfronteerd hebben
zij zullen geconfronteerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou confronteren
jij zou confronteren
hij zou confronteren
wij zouden confronteren
jullie zouden confronteren
zij zouden confronteren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geconfronteerd hebben
jij zou geconfronteerd hebben
hij zou geconfronteerd hebben
wij zouden geconfronteerd hebben
jullie zouden geconfronteerd hebben
zij zouden geconfronteerd hebben

Gebiedende wijs
confronteer

Aanvoegende wijs
confrontere

Voorbeelden

  1. Confronteer je demonen.
    Confront your demons!
  2. Ik confronteer je ermee.
    I 'm confronting you.
  3. Confronteer de angst, joh.
    Dude, face the fear.
  4. Confronteer hem met het bewijsmateriaal.
    Confront him with the evidence.
  5. Confronteer me dan, smerige judas.
    Come face me, you stinking Judas!
  6. Kom en confronteer me, Moloch.
    Come out and face me, Moloch.
  7. Confronteer mij als een echte man,
    Face me like a real man,
  8. Confronteer hem er nog niet mee.
    Don 't confront him yet.
  9. Confronteer hem of je gaat naar de gevangenis!
    Confront him or you 're going to prison!
  10. Ik voel me het meest levend... als ik de dood confronteer... pijn ervaar.
    I feel most alive... confronting death... experiencing pain.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden