NL: concerneren U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
geconcerneerd
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik concerneer jij concerneert hij concerneert wij concerneren jullie concerneren zij concerneren
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb geconcerneerd jij hebt geconcerneerd hij heeft geconcerneerd wij hebben geconcerneerd jullie hebben geconcerneerd zij hebben geconcerneerd
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik concerneerde jij concerneerde hij concerneerde wij concerneerden jullie concerneerden zij concerneerden
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had geconcerneerd jij had geconcerneerd hij had geconcerneerd wij hadden geconcerneerd jullie hadden geconcerneerd zij hadden geconcerneerd
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal concerneren jij zult concerneren hij zal concerneren wij zullen concerneren jullie zullen concerneren zij zullen concerneren
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal geconcerneerd hebben jij zult geconcerneerd hebben hij zal geconcerneerd hebben wij zullen geconcerneerd hebben jullie zullen geconcerneerd hebben zij zullen geconcerneerd hebben
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou concerneren jij zou concerneren hij zou concerneren wij zouden concerneren jullie zouden concerneren zij zouden concerneren
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou geconcerneerd hebben jij zou geconcerneerd hebben hij zou geconcerneerd hebben wij zouden geconcerneerd hebben jullie zouden geconcerneerd hebben zij zouden geconcerneerd hebben
|
| Gebiedende wijs |
concerneer
|
| Aanvoegende wijs |
| concernere |