Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: concentreren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geconcentreerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik concentreer
jij concentreert
hij concentreert
wij concentreren
jullie concentreren
zij concentreren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geconcentreerd
jij hebt geconcentreerd
hij heeft geconcentreerd
wij hebben geconcentreerd
jullie hebben geconcentreerd
zij hebben geconcentreerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik concentreerde
jij concentreerde
hij concentreerde
wij concentreerden
jullie concentreerden
zij concentreerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geconcentreerd
jij had geconcentreerd
hij had geconcentreerd
wij hadden geconcentreerd
jullie hadden geconcentreerd
zij hadden geconcentreerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal concentreren
jij zult concentreren
hij zal concentreren
wij zullen concentreren
jullie zullen concentreren
zij zullen concentreren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geconcentreerd hebben
jij zult geconcentreerd hebben
hij zal geconcentreerd hebben
wij zullen geconcentreerd hebben
jullie zullen geconcentreerd hebben
zij zullen geconcentreerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou concentreren
jij zou concentreren
hij zou concentreren
wij zouden concentreren
jullie zouden concentreren
zij zouden concentreren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geconcentreerd hebben
jij zou geconcentreerd hebben
hij zou geconcentreerd hebben
wij zouden geconcentreerd hebben
jullie zouden geconcentreerd hebben
zij zouden geconcentreerd hebben

Gebiedende wijs
concentreer

Aanvoegende wijs
concentrere

Voorbeelden

  1. Concentreer, focus.
    Concentrate, focus.
  2. Evelyn, concentreer je.
    Evelyn, I need you to stay focused.
  3. Concentreer je, Mew.
    Mew, concentrate.
  4. Concentreer je daarop.
    Concentrate there.
  5. Concentreer je gewoon.
    Just concentrate.
  6. Nu concentreer U.
    Now just concentrate.
  7. Oké, concentreer je.
    All right, focus.
  8. Aeryn... concentreer je.
    Aeryn... focus
  9. Concentreer je, Benjo.
    Concentrate, Benjo.
  10. Concentreer je hierop.
    Concentrate on this.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden