Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: compromitteren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gecompromitteerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik compromitteer
jij compromitteert
hij compromitteert
wij compromitteren
jullie compromitteren
zij compromitteren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gecompromitteerd
jij hebt gecompromitteerd
hij heeft gecompromitteerd
wij hebben gecompromitteerd
jullie hebben gecompromitteerd
zij hebben gecompromitteerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik compromitteerde
jij compromitteerde
hij compromitteerde
wij compromitteerden
jullie compromitteerden
zij compromitteerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gecompromitteerd
jij had gecompromitteerd
hij had gecompromitteerd
wij hadden gecompromitteerd
jullie hadden gecompromitteerd
zij hadden gecompromitteerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal compromitteren
jij zult compromitteren
hij zal compromitteren
wij zullen compromitteren
jullie zullen compromitteren
zij zullen compromitteren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gecompromitteerd hebben
jij zult gecompromitteerd hebben
hij zal gecompromitteerd hebben
wij zullen gecompromitteerd hebben
jullie zullen gecompromitteerd hebben
zij zullen gecompromitteerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou compromitteren
jij zou compromitteren
hij zou compromitteren
wij zouden compromitteren
jullie zouden compromitteren
zij zouden compromitteren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gecompromitteerd hebben
jij zou gecompromitteerd hebben
hij zou gecompromitteerd hebben
wij zouden gecompromitteerd hebben
jullie zouden gecompromitteerd hebben
zij zouden gecompromitteerd hebben

Gebiedende wijs
compromitteer

Aanvoegende wijs
compromittere

Voorbeelden

  1. Compromitteer dan die visie niet.
    Then don 't compromise the vision.
  2. Als we ons compromitteren...
    If we compromise our int...
  3. Omdat hij je zal compromitteren.
    Because he will compromise you.
  4. Ze kon onze operatie compromitteren.
    She could have compromised our operation.
  5. Negatief. niet uw positie compromitteren.
    Negative. Don 't compromise your position.
  6. Ik wilde hem niet compromitteren.
    I did not want him compromised.
  7. Hij wil zich niet compromitteren.
    He doesn 't want to compromise himself.
  8. En u moet geen bewijsmateriaal compromitteren.
    I 'd figure any medical examiner would know not to compromise evidence.
  9. Dat zou het onderzoek kunnen compromitteren.
    He could prejudice the whole investigation.
  10. Ik had je nooit moeten compromitteren.
    I should never have compromised you.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden