NL: compromitteren U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
Voltooid deelwoord |
gecompromitteerd
|
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik compromitteer jij compromitteert hij compromitteert wij compromitteren jullie compromitteren zij compromitteren
|
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gecompromitteerd jij hebt gecompromitteerd hij heeft gecompromitteerd wij hebben gecompromitteerd jullie hebben gecompromitteerd zij hebben gecompromitteerd
|
Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik compromitteerde jij compromitteerde hij compromitteerde wij compromitteerden jullie compromitteerden zij compromitteerden
|
Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gecompromitteerd jij had gecompromitteerd hij had gecompromitteerd wij hadden gecompromitteerd jullie hadden gecompromitteerd zij hadden gecompromitteerd
|
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal compromitteren jij zult compromitteren hij zal compromitteren wij zullen compromitteren jullie zullen compromitteren zij zullen compromitteren
|
Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gecompromitteerd hebben jij zult gecompromitteerd hebben hij zal gecompromitteerd hebben wij zullen gecompromitteerd hebben jullie zullen gecompromitteerd hebben zij zullen gecompromitteerd hebben
|
Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou compromitteren jij zou compromitteren hij zou compromitteren wij zouden compromitteren jullie zouden compromitteren zij zouden compromitteren
|
Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gecompromitteerd hebben jij zou gecompromitteerd hebben hij zou gecompromitteerd hebben wij zouden gecompromitteerd hebben jullie zouden gecompromitteerd hebben zij zouden gecompromitteerd hebben
|
Gebiedende wijs |
compromitteer
|
Aanvoegende wijs |
compromittere |