Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: competeren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gecompeteerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik competeer
jij competeert
hij competeert
wij competeren
jullie competeren
zij competeren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gecompeteerd
jij hebt gecompeteerd
hij heeft gecompeteerd
wij hebben gecompeteerd
jullie hebben gecompeteerd
zij hebben gecompeteerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik competeerde
jij competeerde
hij competeerde
wij competeerden
jullie competeerden
zij competeerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gecompeteerd
jij had gecompeteerd
hij had gecompeteerd
wij hadden gecompeteerd
jullie hadden gecompeteerd
zij hadden gecompeteerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal competeren
jij zult competeren
hij zal competeren
wij zullen competeren
jullie zullen competeren
zij zullen competeren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gecompeteerd hebben
jij zult gecompeteerd hebben
hij zal gecompeteerd hebben
wij zullen gecompeteerd hebben
jullie zullen gecompeteerd hebben
zij zullen gecompeteerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou competeren
jij zou competeren
hij zou competeren
wij zouden competeren
jullie zouden competeren
zij zouden competeren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gecompeteerd hebben
jij zou gecompeteerd hebben
hij zou gecompeteerd hebben
wij zouden gecompeteerd hebben
jullie zouden gecompeteerd hebben
zij zouden gecompeteerd hebben

Gebiedende wijs
competeer

Aanvoegende wijs
competere

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden