Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: compelleren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gecompelleerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik compelleer
jij compelleert
hij compelleert
wij compelleren
jullie compelleren
zij compelleren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gecompelleerd
jij hebt gecompelleerd
hij heeft gecompelleerd
wij hebben gecompelleerd
jullie hebben gecompelleerd
zij hebben gecompelleerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik compelleerde
jij compelleerde
hij compelleerde
wij compelleerden
jullie compelleerden
zij compelleerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gecompelleerd
jij had gecompelleerd
hij had gecompelleerd
wij hadden gecompelleerd
jullie hadden gecompelleerd
zij hadden gecompelleerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal compelleren
jij zult compelleren
hij zal compelleren
wij zullen compelleren
jullie zullen compelleren
zij zullen compelleren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gecompelleerd hebben
jij zult gecompelleerd hebben
hij zal gecompelleerd hebben
wij zullen gecompelleerd hebben
jullie zullen gecompelleerd hebben
zij zullen gecompelleerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou compelleren
jij zou compelleren
hij zou compelleren
wij zouden compelleren
jullie zouden compelleren
zij zouden compelleren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gecompelleerd hebben
jij zou gecompelleerd hebben
hij zou gecompelleerd hebben
wij zouden gecompelleerd hebben
jullie zouden gecompelleerd hebben
zij zouden gecompelleerd hebben

Gebiedende wijs
compelleer

Aanvoegende wijs
compellere

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden